Groot geloof
“De HEER, die me gered heeft uit de klauwen van leeuwen en beren, zal me ook redden uit de handen van deze Filistijn.’ ‘Ga dan,’ zei Saul tegen David, ‘en moge de HEER je bijstaan.”
1 samuel 17
We kennen allemaal het dappere verhaal van David die het opneemt tegen de reus Goliath. Wat een voorbeeld! Om zo’n groot geloof te hebben dat je het opneemt tegen een reus. Maar toen ik laatst het verhaal weer eens las (ik dacht eigenlijk dat ik er niks nieuws meer uit kon halen) viel me opeens iets op.
Niemand weet de oplossing
Stel je voor: je bent de directeur van een groot bedrijf. Je hebt honderden, nee duizenden werknemers in dienst. Een grote verantwoordelijkheid. Maar dan gebeurt er iets dat het voortbestaan van je bedrijf bedreigt. Een financiële strop waardoor het er op lijkt dat je failliet zult gaan. Al je werknemers zullen hun baan verliezen en je zult niemand kunnen betalen. Wat een dilemma. Natuurlijk spendeer je uren en uren in je kantoor met alle leiders en slimme mannen en vrouwen binnen je bedrijf, maar niemand weet met een oplossing te komen
Dan komt er een jonge pakketbezorger langs. Terwijl hij staat te wachten op de handtekening voor het pakketje, vraagt hij wat er toch aan de hand is. Waarom is iedereen zo verdrietig en teneergeslagen? En als hij van de secretaresse hoort wat er aan de hand is, fronst hij zijn wenkbrauwen en zegt: oh, maar dat kunnen we toch gewoon even oplossen?
Zou jij die pakketbezorger je kantoor binnenhalen? Zou jij met hem in gesprek gaan? Naar hem luisteren? Zou je hem serieus nemen? En zou je hem uiteindelijk de verantwoordelijkheid geven om namens jou de problemen van je miljoenenbedrijf op te lossen
Het is nogal wat
Dat is precies wat Saul doet. Hij hoort dat David vragen stelt, en hij laat hem komen. Hij luistert naar hem en geeft hem vervolgens de verantwoordelijkheid om Goliath te gaan verslaan. En dat is niet zomaar even: baat het niet dan schaadt het niet. De afspraak met Goliath is namelijk dit: als jullie man mij verslaat, zullen we jullie slaven zijn. Maar als ik hem versla, zullen jullie onze slaven zijn. Dus er hangt nogal wat vanaf. Het is nogal wat. Wat een geloof stap van Saul om Gods zalving op David te zien en daarop te vertrouwen.
Welke jonge gast heb jij in je team waar je nu aan moet denken? Welk lid van de gemeente dat nog maar net is komen kijken, popt er nu in je gedachten op? Durf jij te geloven in Gods zalving op mensen die onervaren lijken? En durf jij verantwoordelijkheid aan hen te geven, grote taken over te dragen aan hen en te geloven dat zij het beter gaan doen dan jijzelf ooit zou kunnen?
Een kerk ván jongeren
Als gemeente willen we een kerk zijn van jongeren. Ja, je leest het goed. Niet een kerk mét jongeren, maar ván jongeren. Omdat we de bestemming op hun leven zien. Omdat zij de nieuwe generatie zijn die de wereld in gaan. Omdat zij zo goed weten hoe we de kerk aantrekkelijk maken voor jongeren die in de wereld zijn en nog nooit van Gods liefde hebben gehoord. Maar een kerk ván jongeren zijn, dat betekent ook: jongeren écht serieus nemen. Ze vertrouwen en autoriteit geven. Hen het roer in handen geven en als volwassenen hen faciliteren, zegenen en steunen.
Een groot geloof is reuzen verslaan. Maar het is ook het vertrouwen geven aan anderen dat ZIJ reuzen kunnen verslaan. Los te laten, aan te moedigen en groot geloof te hebben over de zalving van anderen. Dat is nou echt koninklijk leiderschap.